C.S. Lewis, Gedachten over de Psalmen, [2009], 32 En in Psalm 49:8-9 lezen we: 'Niemand kan ooit een broeder loskopen (...) te hoog immers is de prijs voor hun leven, en voor altoos ontoereikend'. Wie denkt hier niet aan het verlossingswerk van Christus? Niemand kan de ziel van een ander mens 'redden'. De prijs van verlossing is er een die alleen de Zoon van God zou kunnen betalen; om met een kerklied te spreken, niemand anders was 'goed genoeg om die prijs te betalen'. De vertaling van Coverdale - it cost more to redeem their souls - versterkt het effect: het woord voor 'loskopen', redeem heeft tegenwoordig bijna alleen een religieuze betekenis. En 'te hoog is de prijs' staat bij Coverdale in de verleden tijd: it cost more, niet it costs more, dus te hoog was de prijs, die eens en voor altijd betaald werd op Golgotha. Maar de Hebreeuwse dichter heeft waarschijnlijk iets heel anders en veel gewoners bedoeld. Hij bedoelt alleen maar dat de dood onontkoombaar is. Niemand kan van God tegen betaling (de ziel heeft een veel te hoge losprijs) een nimmer eindigend leven verkrijgen.'
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Niemand van hen zal [zijn] [10]broeder [11]immermeer kunnen verlossen; hij zal [12]Gode zijn [13]rantsoen niet kunnen geven; 10. Dat is, bloedverwant, vriend, dien hij gaarne bij het leven zou houden, en ongaarne laten sterven, indien het in zijn macht was te keren. 11. Hebr. verlossende verlossen; dat is, immermeer of enigzins verlossen of rantsoeneren. 12. Den Heere van leven en dood, wien de mens den dood schuldig is; Gen.2:17, en Gen.3:19; Rom.5:12, enz., en Rom.6:23. 13. Of, zoengeld.